1
Faciliteren: algemeen
- Definiëren van de facilitatie.
- Facilitator: verbindende factor.
- Rol van de facilitator: een gids, een herder, een kapitein ter zee?
- De facilitatiecyclus: luisteren, stimuleren, betrekken, organiseren.
- Scheppen van een beschermde en faciliterende omgeving.
Praktisch werk
Positioneringstest.
2
De houding van de facilitator
- Gericht blijven op resultaten en doelstellingen.
- Duidelijke en beknopte instructies geven.
- Overwinnen van de gebruikelijke belemmeringen van de facilitatie.
- Zelfbewustzijn ontwikkelen.
- Evalueren van de facilitatiestijlen.
- Coherent zijn; psychologische stress verminderen.
- De weerstand tegen facilitatie overwinnen.
- Emotionele neutraliteit ontwikkelen.
Praktisch werk
Rollenspellen gebaseerd op beroepsvoorbeelden. Realistische situaties en debriefing in groepsverband.
3
De facilitatietool - Luisteren
- De stappen van de teamontwikkeling kennen.
- De rollen en verantwoordelijkheden van de deelnemers definiëren.
- Voorafgaande verzameling van gegevens voor een optimaal resultaat.
- De flow controleren, niet de inhoud.
- Omgaan met individuele en collectieve emoties.
- Luisteren om de emotionele inhoud te onderscheiden.
- Herformuleren en bijsturen voor meer duidelijkheid.
- Actief luisteren omzetten in faciliterende vragen.
Praktisch werk
Rollenspellen gebaseerd op beroepsvoorbeelden.
4
Facilitatietechnieken
- Scheppen van een uiterst productief klimaat.
- Passieve indicatoren identificeren.
- Omgaan met agressief gedrag. Een assertieve sfeer behouden.
- De disfuncties van de groep boven tafel krijgen.
- Probleemgedrag van een deelnemer oplossen.
- De typische gedragsstoornissen kwantificeren.
- Opstellen van een persoonlijk facilitaiteplan
- De nodige controlepunten en mijlpalen invoeren ten behoeve van een complete follow-up.
Praktisch werk
Realistische situaties en debriefing in groepsverband. Opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan.