Opleiding : Inleiding tot algoritmen (met C#)

Inleiding tot algoritmen (met C#)




Deze cursus introduceert de basisprincipes van imperatief programmeren: variabelen, conditionals, lussen en functies. De vele praktische oefeningen zijn in C#, maar alle programmeertalen zijn vergelijkbaar. Daarna kun u zonder al te veel moeite overstappen naar C of Python.


INTER
INTRA
OP MAAT

Praktijkcursus ter plaatse of via klasverband op afstand

Ref. OGR
  3d - 21u00
Prijs : Neem contact met ons op




Deze cursus introduceert de basisprincipes van imperatief programmeren: variabelen, conditionals, lussen en functies. De vele praktische oefeningen zijn in C#, maar alle programmeertalen zijn vergelijkbaar. Daarna kun u zonder al te veel moeite overstappen naar C of Python.


Pedagogische doelstellingen
Aan het einde van de training is de deelnemer in staat om:
Programma's structureren volgens een algoritme
Het lexicon en de syntaxis van een taal beheersen om een programma te schrijven
Een programma compileren en uitvoeren
Een programma debuggen en testen
De belangrijkste principes van objectgeoriënteerd programmeren begrijpen

Doelgroep
Iedereen die moet leren programmeren.

Voorafgaande vereisten
Geen speciale kennis vereist.

Praktische modaliteiten
Praktisch werk
Deze cursus bevat meer dan 60% praktisch werk dat naar behoefte wordt uitgevoerd in Visual Basic (INP-cursus), Java (INJ-cursus), C# (OGR-cursus) of Python (THO-cursus).

Opleidingsprogramma

1
De fundamenten van programmeren

  • Wat is een programma? Wat is een taal? De verschillende paradigma's. Welke taal voor welke toepassing?
  • Compilers. Uitvoerbare bestanden.
  • De verantwoordelijkheden van een programmeur.
  • Wat is een algoritme?
  • De behoeften waaraan een algoritme voldoet.
  • Het concept pseudotaal.
Praktisch werk
Presentatie van verschillende talen (Java, C#, Visual Basic, C, C++). Schrijven van een eerste algoritme in een pseudotaal.

2
Ontstaan van een eerste programma

  • Een eenvoudig programma schrijven: syntaxis en instructies.
  • Het programma compileren en uitvoeren.
  • Wat is een boekwinkel? Zijn rol, zijn gebruik.
Praktisch werk
De ontwikkel- en uitvoeromgeving ontdekken. Uw eerste programma schrijven, compileren en uitvoeren.

3
Programmeerregels

  • Naamgevingsconventie.
  • Syntaxconventie.
  • Commentaar gebruiken. Waarom commentaar geven op ontwikkelingen?
  • Verbeter de leesbaarheid van programma's: code inspringen, code uitsplitsen, enz.

4
Variabelen

  • Wat is een variabele?
  • Waarom een variabele typen?
  • Primitieve types: gehele getallen, tekenreeksen, reële getallen, andere.
  • Declaratie, definitie en initialisatie van een variabele.
  • Constanten.
  • Invoer, weergave, toewijzing, typeconversie.
  • Organiseer uw gegevens in tabelvorm.
  • Geavanceerde types: record, matrix, boom.
Praktisch werk
Schrijf verschillende eenvoudige programma's die variabelen manipuleren.

5
Operatoren en uitdrukkingen

  • De verschillende operatoren (vermenigvuldigend, optellend, vergelijking, gelijkheid, logica, toewijzing).
  • Combinatie van operatoren.
  • Booleaanse uitdrukking.
Praktisch werk
Operatoren en Booleaanse uitdrukkingen verwerken.

6
Besturingsstructuren

  • Alternatieve selecties (als, als-dan-niet, case-selectie).
  • Instructieblokken (notie van Start... Einde).
  • Iteratieve lussen (while-repeat, repeat-until, for-from-to).
  • Nesting van instructies.
  • De opmerkingen.
Praktisch werk
Gebruik van controlestructuren om een algoritme te implementeren.

7
Procedures en functies

  • Definities: procedure, functie.
  • Waarom zijn ze essentieel bij het programmeren (herbruikbaarheid, leesbaarheid, enz.)?
  • Parameters doorgeven.
  • De retourcode van een functie.
  • Bewustwording van de grenzen van het doorgeven van de waarde van een variabele.
  • Begrip van passeren per adres.
  • Functies oproepen.

8
Inleiding tot objectgeoriënteerd programmeren

  • Concepten geassocieerd met Object programmeren: klasse, attribuut, methode, argument.
  • Objectmodellering op basis van functionele eisen.
  • Inleiding tot goede praktijken in programmaontwerp en -organisatie.
Praktisch werk
Illustratie van objectconcepten.

9
Debuggen en runtime bewaking

  • Schakel over naar debugmodus.
  • Stapsgewijze uitvoering. Uitvoering van methode-aanroep naar methode-aanroep.
  • Hoe een stoppunt instellen.
  • Variabelen weergeven.
Praktisch werk
Gebruik van een debugger om de programma-uitvoering te controleren.


Data en plaats
Selecteer uw locatie of kies voor de les op afstand en kies vervolgens uw datum.
Klas op afstand