1

Inleiding tot projectmanagement

• Definiëren wat een project en projectmanagement is.
• De problematiek van projectmanagement begrijpen.
• Begrijpen van de basisconcepten: componenten, types, stakeholders van een project.
• Levenscyclus, project en projectproduct.
• Kennis van de juridische voorschriften en normen.

2

Definitie van de inhoud van een project

• Voorbereiding van het management van de vraag: haalbaarheid, projectkader, bestek.
• Definiëren van de deliverables: product, definitieve dienst of overgangsresultaat.
• Bepalen van de perimeter van het project. Organiseren van de hiërarchische indeling.
• Opstellen van het projectmanagementplan. De verschillende mogelijke alternatieven bekijken.
• De regels vaststellen voor het beheer van de projectdocumentatie.

3

Termijnen, kosten, rentabiliteit beheren

• Raming van duur en lasten om de menselijke uitdagingen in te schatten: analytische methode, oordeel van deskundigen.
• Activiteiten in volgorde zetten met behulp van het PERT-netwerk, het Gantt-diagram: vrije marge, totale marge, kritieke pad.
• Comprimeringstechnieken gebruiken voor de planning en nivellering van de hulpbronnen.
• Projectkosten schatten: naar analogie, parametrisch, bottom-up, driepuntsschatting, reserve-analyse.
• Opstellen van de begroting: samenvoegen van de kosten, beoordeling door een deskundige, integreren van historische gegevens en begrotingseisen.
• Het rendement van een investering evalueren en de kosten beheersen: rentabiliteitsdrempel, break-even point, budgetmonitoring.

4

Risicobeheer

• Uitvoering van de risicomanagementplanning: FMECA-methodologie.
• Risico-identificatie: techniek voor het verzamelen van informatie, checklistanalyse, hypothese-analyse, SWOT.
• Kwalitatieve analyse: beschrijving en categorisering van de risico's, beoordeling van de waarschijnlijkheid en de impact van het risico.
• Kwantitatieve analyse: evaluatie en matrix van de waarschijnlijkheid en impact van het risico, kriticiteit, risicomodellering.
• Risicoresponsplanning: strategieën voor negatieve en positieve risico's en risico's met voorwaardelijke respons.
• Zoeken naar de oorzaak van risico's: Ishikawa-diagram (5 M), 5-waarom-methode.
• Monitoring en beheersing van de risico's: risico-audit, kloof- en trendanalyse, prestatiemeting.

5

Contractualisering

• Contractplanning: beslissingsboom voor de keuze tussen productie en aankoop.
• Een aanbesteding uitschrijven: al dan niet functionele specificaties, eisen, responskader.
• Onderaannemers selecteren: beoordelingscriteria en beoordeling van de voorstellen.
• Het contract beheren en afsluiten: onderhandeling over het bestek en de kostenraming, validering van het contract.
• Beheren van de integratie van een dienstverlener in het managementplan en de follow-up van het project.

6

Sturing en communicatie

• Personeelsplanning: analyse van de omgevingsfactoren en het personeelsbestand van de organisatie.
• Het projectteam vormen, ontwikkelen, leiden: de 5 stappen van teambuilding, erkenning, beloningen.
• De werking van het team volgen en beoordelen. De prestaties beoordelen.
• Individuele follow-up en projectmonitoring: voortgangsrapport, dashboards, evaluatievergaderingen.
• Planning van de communicatie: behoefteanalyse, technologiegebruik, communicatiemethoden en -modellen.
• Informatie verspreiden en rapporteren: vereiste frequentie, beschikbare technologie, duur van het project...
• Managen, onderhandelen en conflicten beheren: meningsverschillen, spanningen, impasses, open of gesloten conflicten.

7

Kwaliteitsbeheer en kennismanagement

• Kennis van de definitie van kwaliteit en van de normen. Aanvaardbaarheidscriteria van een project.
• Kwaliteitsplanning: kosten-batenanalyse, specifieke methoden voor kwaliteitsbeheer.
• Implementatie van kwaliteitsborging en kwaliteitscontrole: kwaliteitsaudits en procesanalyse.
• Balans van het project, successen en mislukkingen, bedrijfs- en projectgeheugen.